Weer een heerlijk recept uit Simply Nigella
Nigella: “Ik ga al behoorlijk wat jaartjes mee en heb die tijd, tenminste als het op eten
aankomt, verstandig en goed besteed. Het gebeurt dus niet vaak dat ik iets eet wat totaal anders smaakt dan alles wat ik tot dan toe kende. Maar dit is zo’n gerecht. Een fantastische chef-kok, met een fascinerend talent en de treffende naam Tum, maakte het toen ik vorig jaar in Thailand met vakantie was. Ik liet het hem steeds opnieuw maken en vroeg hem ten slotte of ik hem mocht filmen terwijl hij het bereidde, opdat ik het thuis ook kon proberen. Ik was hier wel wat huiverig voor, niet in het minst omdat ik opzag tegen de confrontatie met mijn gebrekkige camerawerk. Ook hebben wij in Engeland veel minder keus uit ingrediënten. En toch bracht de eerste hap de magie van die smaak in Thailand terug – zelfs met diepvriesgarnalen, met gewone bleekselderij als alternatief voor de Chinese (die vrijwel alleen bladeren en praktisch geen stengels heeft en sterker smaakt) en een minder ervaren hand aan de wok. Gebruik bleekselderij met veel blad. En al doen de stengels zelf niet mee, snijd de dunne stelen tot waar de bladeren zitten klein en doe ze in het begin al in de wok, samen met de andere smaakmakers. Afgezien van veranderingen om geografische redenen heb ik Tums recept gevolgd, inclusief de voorgemalen peper en het kippenbouillonconcentraat (hij gebruikt trouwens poeder). Ik moest gewoon dit spectaculaire, ongewone maar onweerstaanbare recept met je delen. Ik hoop dat je er net zo van onder de indruk zult zijn als ik.”
Thaise noedels met kaneel en garnalen
VOOR 2 P E R SONEN
1 el zonnebloemolie
2 teentjes knoflook, geschild en grof gehakt
3 cm gember, geschild en in dunne reepjes
1 steranijs
halflang of 1 kort kaneelstokje, in stukjes
2–3 steeltjes met blad van 1 stengel bleekselderij
(zie intro), steeltjes in korte stukjes, blad grof
gehakt
1½ el lichte sojasaus
1 el donkere sojasaus
1 el oestersaus
¼ tl gemalen witte peper
1 dl koud water
1 tl kippenbouillonconcentraat
1 el ketjap manis, of 1 el donkere sojasaus
gemengd met 1 el donkerbruine suiker
10 gepelde grote garnalen, ontdooid indien
bevroren
80 g mungbonennoedels (glasnoedels) of
rijstvermicelli, geweekt en uitgelekt volgens
aanwijzing op de verpakking
flinke snuf kaneelpoeder
flinke snuf kruidnagelpoeder
1. Verhit de olie in een grote wok op hoog vuur. Voeg de knoflook, de gember, de
steranijs, de kaneel en de stukjes selderijsteel toe en bak alles al roerend 1 minuut.
2. Roer beide soorten sojasaus door het mengsel, laat dit 30 seconden pruttelen en
roer dan de oestersaus en de gemalen peper erdoor.
3. Voeg het water toe, gevolgd door het kippenbouillonconcentraat en de ketjap
manis (of het mengsel van donkere sojasaus en donkerbruine suiker), roer alles
goed door elkaar en breng alles aan de kook.
4. Voeg nu de garnalen toe en dompel ze onder in de vloeistof. Kook de garnalen
zachtjes gaar.
5. Roer tot slot de uitgelekte noedels er goed doorheen (voor mij werkt dat het best
met een pastavork in elke hand), zodat alles goed gemengd en de meeste donkere
vloeistof geabsorbeerd is. Voeg de kaneel en de kruidnagel toe en roer alles weer
door. Als je het gerecht niet uit de wok serveert, schep het dan in een schaal en
strooi het achtergehouden gehakte selderijblad erover.
Heb je nog wat over? Laat de restjes afkoelen, dek het af en zet het binnen 2 uur in de koelkast. Dit gerecht blijft twee dagen goed. Koud smaakt dit gerecht ook heerlijk.